Als een vennootschap een lusthuis ter beschikking stelt…

Hoewel u zou mogen verwachten dat alles wat een vennootschap uitgeeft een aftrekbare beroepskost is, kan de fiscus een uitgave toch verwerpen omdat de vennootschap er geen commerciële bedoelingen mee heeft. De terbeschikkingstelling van een woning aan personeel of bedrijfsleiders is zo’n discutabel geval.

Een woning in een vennootschap

Als u als particulier een woning koopt, dan heeft u daar qua fiscale aftrekken niet zo veel aan: u kan het gebouw niet afschrijven, u kan geen kosten van onderhoud inbrengen. In het beste geval krijgt u een belastingvermindering als u er een lening voor aanging.

Vennootschappen daarentegen hebben die aftrekken wel (bv. interestaftrek voor de lening, afschrijvingen, ...). Tenminste als de vennootschap met die investeringen en uitgaven de bedoeling heeft om beroepsinkomsten te verwerven.

Uitgaven zijn maar aftrekbaar als zij aan enkele voorwaarden voldoen. U moet ze kunnen bewijzen uiteraard. Ze moeten legaal zijn. En er is ook de intentionaliteitsvoorwaarde: u deed de uitgave met als doel beroepsinkomsten te verwerven. Dat geldt zowel voor natuurlijke personen als voor vennootschappen.

Als u de woning waarin u woont koopt via uw vennootschap, dan is de kans heel groot dat de fiscus die uitgave verwerpt omdat de vennootschap met de aankoop geen inkomsten nastreeft voor zichzelf, maar enkel een voordeel wil verlenen aan u.

Als de woning uw loon is

Loon aan bedrijfsleiders of personeel is een aftrekbare beroepskost, daar twijfelt niemand aan. Er is ook rechtspraak die stelt dat kosten die een vennootschap maakt om een belastbaar voordeel te verlenen aan haar bedrijfsleider of personeel, ook aftrekbaar zijn. Denken we maar aan de bedrijfswagen, de gsm, ... De vennootschap kent die voordelen toe als vergoeding voor de arbeidsprestaties. Als loon dus. En zodoende zijn die kosten ook aftrekbaar.

Een woning is financieel uiteraard van een iets andere grootte dan een gsm, maar de redenering gaat even goed op als uw vennootschap u een woning ter beschikking stelt als vergoeding voor geleverde prestaties, en u belastingen op dat voordeel betaalt, dan zijn de kosten verbonden met die woning aftrekbaar.

Dat is de theorie. In de meeste gevallen zal de fiscus de aftrek toch verwerpen omdat de belastingplichtige niet kan aantonen dat de terbeschikkingstelling de vergoeding is van effectief geleverde prestaties. Als u al een loon ontvangt, en plotseling krijgt u er ook nog een gratis woonst bij, dan is dat bewijs inderdaad al wat moeilijker.

Lusthuizen

Stelt u er zich niet te veel bij voor: lusthuizen in de fiscale betekenis van het woord, zijn onroerende goederen waar een onderneming haar personeel of klanten kan uitnodigen om er te verblijven, zoals hotels en vakantiewoningen.

Het wetsartikel over de beroepskosten zegt dat kosten maar aftrekbaar zijn als ze werden gedaan om beroepsinkomsten te verwerven. Maar van sommige uitgaven zegt de wet dat ze sowieso niet aftrekbaar zijn. Uitgaven voor de jacht of voor de visvangst, of pleziervaartuigen zijn altijd uitgesloten. En ook lusthuizen staan in dat lijstje van uitgesloten uitgaven.

Maar in fiscaliteit bestaan de woorden “altijd” en “nooit” niet echt... er zijn uitzonderingen. Het is evident dat bv. een verkoper van pleziervaartuigen kosten heeft met betrekking tot pleziervaartuigen... die zijn dan nog wel degelijk aftrekbaar.

De uitgesloten uitgaven zijn ook nog aftrekbaar als ze verwerkt worden in de belastbare bezoldiging van het personeel of de bedrijfsleiders die genieten van het voordeel. Als een onderneming dus een pleziervaartuig ter beschikking stelt, dan zijn de kosten daarvan wel aftrekbaar ... op voorwaarde dat er een voordeel belast wordt in hoofde van het personeel.

Dat lijkt hetzelfde als wat hierboven staat over de woning maar er is een verschil: in dit laatste wetsartikel over de pleziervaartuigen en lusthuizen staat niets over een link tussen uitgave en beroepsinkomen verwerven. Er staat eigenlijk dat als er een belastbare bezoldiging wordt aangegeven bij de genieter, er automatisch aftrek is bij de verstrekker van het voordeel.

Dus als ik een vakantiewoning ter beschikking krijg van mijn vennootschap, dan hoef ik enkel maar belastingen te betalen op het voordeel en dan is de aftrek voor de vennootschap in orde. Maar als ik een gewone woning ter beschikking krijg, waar ik mijn hoofdverblijfplaats in heb, dan moet ik wel nog aantonen dat er effectief een prestatie is waarvoor ik vergoed moet worden. Dat is discriminatie.

Ook voor vakantiewoningen geldt de gewone regel

Het Grondwettelijk Hof kreeg deze vraag onlangs voorgeschoteld en zij zien het probleem niet. Of beter gezegd: zij maken een redenering waardoor er effectief geen discriminatie is. Volgens het Hof is er, in tegenstelling tot wat de belastingplichtige beweert, geen automatisme tussen de belastbare bezoldiging gekoppeld aan een lusthuis, en de aftrek van de uitgaven. De intentionaliteitsvoorwaarde blijft spelen.

Ook voor vakantiewoningen en hotels moet u dus, naast het feit dat de terbeschikkingstelling aanleiding geeft tot een belastbaar voordeel, nog steeds aantonen dat er een verband is tussen het voordeel en de prestaties die u leverde. En dat bewijs is zowel tegenover de fiscus als tegenover rechtbanken niet evident.