Kan de fiscus dezelfde feiten twee keer sanctioneren?

Overtredingen kunnen bestraft worden met administratieve of strafrechtelijke sancties, en soms zelfs met beide tegelijk. Maar eenzelfde fiscale overtreding twee keer bestraffen, dat mag niet... Of toch?

Non bis in idem

Niemand kan twee keer gestraft worden voor eenzelfde feit.
Dat is een algemeen rechtsbeginsel, dat niet alleen in onze Belgische nationale wetgeving vervat zit, maar bijvoorbeeld ook in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (het EVRM). 

Het begrip ‘straf’ heeft daar trouwens een ruime invulling gekregen: er wordt gekeken naar de ernst van de sanctie, niet naar wie de sanctie oplegt.
De fiscus legt in principe administratieve sancties op.
Alleen de strafrechter kan strafrechtelijke sancties opleggen.
Maar dat onderscheid valt weg voor het EVRM. Als de sanctie ernstig genoeg is, is ze strafrechtelijk. Ook als ze door een belastingadministratie wordt opgelegd.

U zou dus kunnen concluderen dat als een belastingplichtige door de fiscus beboet wordt wegens fraude, een strafrechter er eigenlijk geen strafrechtelijke sanctie meer kan aan toevoegen.

Strafrechtelijk na fiscaal

Maar in 2016 nuanceerde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) dat principe in fiscale zaken. Volgens het Hof kunnen een administratieve sanctie (met een strafrechtelijk karakter) én een straf (uitgesproken door de strafrechter) wel degelijk samen toegepast worden als de twee samen een coherent geheel van bestraffing vormen. 

De twee sanctiesystemen moeten daartoe ‘substantieel’ en ‘temporeel’ nauw met elkaar verbonden zijn én ze moeten ‘complementaire doelen nastreven’.

In België werden deze principes in 2019 in onze wetgeving opgenomen: de Belgische strafrechter mag dus nog straffen opleggen, ook als de fiscus al sancties heeft opgelegd, maar bij de bepaling van de strafmaat moet de rechter rekening houden met de eerder opgelegde geldboetes en belastingverhogingen.

Fiscaal na fiscaal

De Belgische fiscus heeft een uitgebreid arsenaal aan administratieve sancties waaruit hij kan putten om overtredingen te bestraffen. Naast boetes zijn er ook belastingverhogingen mogelijk. Vaak worden beide gecombineerd. Maar zoals hiervoor al werd vermeld is het onderscheid tussen een administratieve sanctie en een strafrechtelijke sanctie niet relevant voor het EVRM. Er moet enkel gekeken worden naar de ernst van de sanctie. Op basis van dat principe concludeerde het Hof van Cassatie onlangs dat ook twee administratieve sancties onder het non bis in idem-beginsel kunnen vallen.

In het betrokken geval werd een aangifte laattijdig ingediend. Laattijdige aangiften worden gesanctioneerd met een administratieve boete. Maar sinds 2017 kan de belastingplichtige voor een laattijdige aangifte ook een belastingverhoging krijgen, bovenop de boete. In zijn arrest volgt het Hof van Cassatie gewoon de EVRM-regels: het gaat hier om twee sancties voor eenzelfde feit. Dat kan alleen maar als de twee sancties nauw met elkaar verbonden zijn én ze een complementair doel nastreven. Dat was volgens het Hof van Cassatie niet het geval, waardoor één van de twee sancties onterecht werd toegepast.

Wat nu?

In dit dossier was het redelijk duidelijk dat er geen sprake was van complementariteit, maar dat er gewoon twee sancties werden toegepast voor één en hetzelfde feit, namelijk het laattijdig indienen van de aangifte. Als de fiscus een gewone boete én een belastingverhoging tegelijk wil toepassen, zal hij dus moeten aantonen dat de boete en de belastingverhoging een verschillend doel nastreven.

Het arrest van het Hof van Cassatie heeft echter ook niet meer draagwijdte dan dát. Het is dus niet zo dat overtredingen op de fiscale wetgeving nu per definitie alleen nog gesanctioneerd kunnen worden met ofwel een boete, ofwel een belastingverhoging.
Maar het is wel een waarschuwing voor de fiscus dat boetes en belastingverhogingen die samen toegepast worden niet tot een disproportionele sanctionering mogen leiden.